|
Kasteel Weldam vanuit het
zuiden. |
Kasteel Weldam is een omgracht edelmanshuis. Het kasteel staat vlakbij Goor en Diepenheim (Overijssel).
Rond het jaar 1000, lang voor de stichting van kasteel Weldam, stond er reeds een kasteel bij het nabijgelegen plaatsje Goor. Dit kasteel werd bewoond door ene ridder Adolf. Rond 1030 koos Adolf ervoor priester te worden en gaf zijn kasteel aan de bisschop van Utrecht.
Om het kasteel en bijbehorende landerijen te laten besturen, benoemde de bisschop er een vertrouwensman: de graaf van Goor. Deze werd bijgestaan door een aantal ridders van lagere adel: de borgmannen. De borgmannen werden voor hun diensten beloond met landerijen in de omgeving van het kasteel, en een van hen kreeg 't Weldam.
Op een gegeven moment moet de borgman op 't Weldam er een spieker (opslagplaats voor graan) hebben laten optrekken, die later werd uitgebreid met een woongedeelte: de oervorm van kasteel Weldam.
![]() |
Het kasteel vanuit het noordoosten. |
De familie Splinter hield Weldam in bezit tot 1415. In
dat jaar werd het huis verkocht aan de familie Sticke. Deze was
een vooraanstaande familie, waarvan de leden allerlei
belangrijke ambten vervulden in Diepenheim en Deventer.
Het
huis bleef in de familie Sticke tot het einde van de 15de eeuw.
In 1488 was de toenmalige eigenaar Johan Sticke “de
jonge” overleden zonder mannelijke erfgenaam na te laten.
Het huis kwam nu aan zijn oudste dochter Jutte, die trouwde met
Johan III van Twickelo, heer van Twickel
en drost van
Twente.
Johan III van Twickelo zou worden opgevolgd door zijn zoon Johan IV, maar deze overleed in 1536 aan de verwondingen die hij had opgelopen als militair in dienst van Karel V. Hierdoor vererfde Weldam op zijn zus Judith.
Judith was getrouwd met een telg uit een adellijk Gronings geslacht: Unico Ripperda. Unico werd als eerste van zijn geslacht toegelaten in de Ridderschap van Overijssel; later werd hij ook benoemd tot drost van Salland. Judith en Unico woonden op kasteel Boxbergen en verbleven weinig op Weldam.
![]() |
Het kasteel vanuit het noordwesten. |
Toen brak de tachtigjarige oorlog
uit (1568-1648). Twente
was in 1581 nog steeds in Spaanse handen en er kwam een Staats
leger vanuit de richting Deventer om Goor te veroveren op de
Spanjaarden. Hoewel de Staatse troepen eerst succes boekten,
werden ze uiteindelijk tot overgave gedwongen en hun officieren
werden gevangengenomen. En Eggerik Ripperda was onder
hen...
Eggerik werd met de andere officieren opgesloten op
kasteel Blijenbeek (Limburg) onder zware omstandigheden. In 1582
kreeg Eggerik toestemming om naar Deventer te vertrekken om daar
de Staten van Overijssel te vragen losgeld te betalen om de
gevangenen vrij te krijgen. Dit lukte niet en Eggerik wilde
terugkeren naar Blijenbeek, want dat had hij zijn gijzelaars
beloofd. Voordat hij vertrok werd hij echter door de Deventer
machthebbers gevangengenomen en opgesloten! Hoewel Eggerik in
zijn Deventer gevangenis niets tekort kwam, kwam hij er niet
levend uit: hij overleed daar in 1584.
![]() |
Weldam rond 1750, vanuit het noordwesten |
Unico II Ripperda overleed op zijn beurt in 1636, waarop zijn zoon Johan II Ripperda hem opvolgde. Johan II was lid van de Ridderschap van Overijssel en werd later ook drost van Twente. Hij liet Weldam verbouwen en het kasteel kreeg toen voor een belangrijk deel zijn huidige uiterlijk. In 1687 liet Johans zoon Unico III ook nog de twee zijvleugels aan de zuidkant optrekken. Op de hoektorens na had het kasteel dus toen al zijn huidige gestalte (zie tekening hiernaast).
Kasteel Weldam bleef in handen van de familie Ripperda tot 1751. In dat jaar stierf Maurits, de laatste kasteelheer uit het geslacht Ripperda, kinderloos. Hierop vererfde het kasteel op Unico Wilhelm Graaf van Wassenaer Obdam.
![]() |
Kasteel Weldam vanuit het noordoosten. |
Tussen 1755 en 1877 werd kasteel Weldam overwegend
verhuurd of stond het af en toe leeg. In 1877 besloten de
toenmalige eigenaren, Maria Cornelia barones van Heeckeren van
Wassenaer en Willem Carel Philip Otto graaf van Aldenburg
Bentinck, het kasteel te verbouwen om er in te trekken.
Het
interieur werd grondig opgeknapt. Om meer woonruimte te
creëren werden in 1897-99 aan de noordkant van het kasteel
een vierkante en een achtkantige toren opgetrokken. Ten slotte
werden de tuinen opnieuw aangelegd.
Door huwelijk kwam het kasteel in 1914 in handen van het geslacht Zu Solms-Sonnenwalde.
Het kasteel wordt bewoond en is dan ook niet te bezoeken. Het landgoed eromheen is op werkdagen (tegen entree) wel open voor wandelaars (raadpleeg de website van het kasteel voor de openingstijden).
Foto hierboven:
een deel van de tuinen van Weldam.
Kasteel Weldam Weldammerlaan 5 Diepenheim
|
Tekst: Mathieu Fannee
Geraadpleegde literatuur:
Geerts, G.J. (2002). Weldam, De geschiedenis van een landgoed. Landgoed Weldam/Uitgeverij boekhandel Broekhuis, Hengelo;
Gevers, Jhr. A.J. & A.J. Mensema (1995). De havezaten in Twente en hun bewoners. Waanders Uitgevers, Zwolle, p.366-376;
Guillermo, J. (1990). Landhuizen en kastelen in Nederland. SDU uitgeverij, 's-Gravenhage, p.52-57;
http://weldam.nl/;
Illustraties:
(foto's van het kasteel)
Mathieu Fannee;
(tekening van het kasteel rond
1750)
Nederlandse Kastelenstichting / Abraham de Haen,
ca.1750, gevonden op
http://kastelenbeeldbank.nl/Overijssel/Weldam-Goor/index.htm;