|
De Schierstins gezien vanuit
het noordwesten. |
De Schierstins is een omgrachte woontoren uit de middeleeuwen, waar in latere tijden enkele woongebouwen tegenaan zijn gebouwd. Dit kasteel staat in Veenwouden (Friesland).
Friesland telde in de middeleeuwen honderden stinzen (aanzienlijke stenen huizen). De meeste waren net als De Schierstins verdedigbare torens: de torenstinzen. Daarnaast waren er in Friesland ook zaalstinzen, die vaak in een stad stonden en minder goed verdedigbaar waren dan torenstinzen.
Vandaag de dag zijn de honderden Friese stinzen nagenoeg allemaal verdwenen. De Schierstins is dan ook de enige overgebleven torenstins, en het is ook de enige middeleeuwse woontoren ten noorden van de IJssel!
De Schierstins moet in de 13de of begin 14de eeuw zijn gesticht.
In die tijd bestond het kasteel alleen uit de toren. Deze was toen wel enkele meters lager dan nu. Daarnaast was er om de voet van de toren heen een heuveltje opgeworpen, dat omgeven was door een gracht. De Schierstins was dus een klein mottekasteel.
Wie de toren gebouwd heeft is niet bekend, maar
waarschijnlijk was dat een voorname boer die betrokken was bij
de ontginning van de omgeving.
Op een gegeven moment kreeg de
toren de naam "Idszengha gude" (het landgoed
van Idszengha). Het kasteel was dus eigendom van de Friese
familie Idszengha, maar ook over hen is niets bekend.
Tien kilometer ten noorden van de toren lag het machtige
klooster van Klaarkamp. Dit klooster bezat veel landerijen en
sommige daarvan waren voor de lekenbroeders te ver om er
dagelijks te komen werken. Daarom stichtte het klooster op deze
afgelegen landerijen zogenaamde uithoven (een soort
'kloosterfilialen').
Al voor 1439 werd De Schierstins
één van deze uithoven. In de toren woonde de
'hofmeester op het veen', een kloosterbroeder die toezicht hield
op de turfwinning en de bezittingen van Klaarkamp bij
Veenwouden.
De Schierstins vanuit het noorden. De gebouwen links
van de toren werden vanaf de 17de eeuw opgetrokken. |
De broeders lieten de toren verhogen, zodat die in de
15de eeuw al zijn huidige hoogte kreeg. Zij waren het
waarschijnlijk ook die het heuveltje om de toren heen afgroeven,
om met de vrijgekomen grond de gracht ten oosten van de toren te
dempen, zodat daar nieuwe gebouwen konden worden opgetrokken.
Vanaf het einde van de 15de eeuw woonden er echter geen
broeders meer op de toren. De Schierstins werd nu verpacht aan
particulieren die net als de vroegere hofmeesters toezicht
moesten houden op de turfwinning en daarom 'veenmeesters' werden
genoemd.
In 1568 brak de tachtigjarige oorlog uit en de Staten van Friesland sloten zich aan bij de prins van Oranje, tegen het Spaanse gezag. In 1580 koos de stadhouder van Friesland en Groningen echter de kant van de Spanjaarden. En ook de Friese kloosters bleven het Spaanse gezag erkennen. Hierop lieten de Staten van Friesland alle kloosterbezittingen onteigenen. Om te voorkomen dat Spaanse troepen zich binnen hun muren konden verschansen, lieten de Staten van Friesland vervolgens ook alle kloosters afbreken!
De Schierstins vanuit het zuidoosten. |
Na de weduwe van de laatste veenmeester volgde een lange reeks verschillende eigenaren. Zo was de toren in 1609 in handen van de jonkheren Charles van Sternsee uit Franeker en Sixtus van Tziarda uit Rinsumageest. Mogelijk hebben zij het woongebouw tegen de oostkant van de toren opgetrokken (zie foto hiernaast, rechts van de toren).
Door huwelijk en vererving kwam het kasteel in 1661 in handen van Petrus Mellema, advocaat en later burgemeester van Leeuwarden. De familie Mellema hield het kasteel in bezit tot 1756. Door huwelijk kwam het kasteel vervolgens weer aan andere families.
In de tweede helft van de 19de eeuw kwam het kasteel in handen van Baron Balthazar Theodorus van Heemstra. Deze was een groot liefhebber van de Friese cultuur en historie en hij was ook een geboren verzamelaar. Hij bezat een grote antiekverzameling, die hij voor een groot deel in De Schierstins liet onderbrengen. Hierop ging De Schierstins open als museum!
Dit duurde echter niet lang, want einde 19de eeuw werd De Schierstins ingericht als kazerne voor de marechaussee.
Ondertussen was de toren zeer bouwvallig geworden en de toren leek te moeten worden gesloopt. Het Fries Genootschap raakte na 1900 op de hoogte van de verwaarlozing van de toren en zorgde ervoor dat die in 1906 werd gerestaureerd. Daarna werd De Schierstins een postkantoor.
In de tweede wereldoorlog werden in De Schierstins een
tijdje Duitse soldaten ingekwartierd. Dit duurde een aantal
maanden, waarna het Duitse leger de toren in beslag nam om er
een wachtpost in te richten.
Toen gebeurde een bijzonder
voorval. Op een koude nacht van 1944 kwam een Oberfeldwebel van
de Wehrmacht de wacht in de toren inspecteren. Wat hij daar
aantrof waren soldaten die heerlijk zaten te slapen bij een
warme kachel. Schreeuwend en vloekend gooide de Oberfeldwebel
een raam open en wierp de nog brandende kachel naar buiten.
Niet lang daarna werd de wachtpost in De Schierstins
opgeheven en moesten de Duitse soldaten de wacht houden in hoge
bomen, in de kou...
Na de oorlog werd De Schierstins in 1961 nogmaals gerestaureerd en vanaf 1985 was de VVV er gevestigd.
De Schierstins is nu een cultureel centrum. Het is te bezoeken (tegen entree).
De Schierstins Hoofdstraat 1 Veenwouden
|
Tekst: Mathieu Fannee
Geraadpleegde literatuur:
Boon, J. van der (2008). De Schierstins, een ongekende schat. Stichting De Schierstins, Veenwouden;
Kransberg, D. & H. Mils (1979). Kastelengids van Nederland; Middeleeuwen. Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, p.12;
Kalkwiek, K.A. & A.I.J.M. Schellart (red.) (1980). Atlas van de Nederlandse kastelen, A.W.Sijthoff's Uitgeversmaatschappij b.v., Alphen a/d Rijn, p.50-51;
Illustraties:
(foto's van het kasteel)
Mathieu Fannee;