Groot Hoenlo vanuit het noorden (achterzijde).
.

Kasteel Groot Hoenlo

Kasteel Hoenlo is een in aanleg middeleeuws kasteel dat later verbouwd is tot een buitenplaats. Dit kasteel staat in de buurschap Hengvorden onder Olst (Overijssel).

De stichting van het kasteel

Al in 1233 vermelden de geschriften een heer van Hoenlo: Albertus van Hoenlo. Hoe het kasteel er toen uitzag is echter niet bekend.

In de tweede helft van de 14de eeuw was het kasteel in handen van ene Albert van Gerner. Deze hield Hoenlo in leen van de bisschop van Utrecht.
Albert van Gerner raakte kennelijk in conflict met de stad Deventer, want in 1365 werd het kasteel belegerd en daarbij werd Albert duidelijk gemaakt dat hij niet welkom in de stad was. Hoe dit afliep is niet helder.

Een versterkt huis

In 1386 was het kasteel in bezit van Wolter Machoris van Oldeneel, die drost van Salland was.
Het lijkt erop dat Wolter toen het kasteel liet versterken. De steden Deventer, Kampen en Zwolle wantrouwden dit zeer, want in die tijd werden handelslieden die naar die steden reisden onderweg vaak aangevallen door roofridders. Nu vreesden de steden waarschijnlijk dat Hoenlo ook een roofridderburcht zou worden. Zij waarschuwden Wolter dan ook om niet door te gaan met het bouwen van versterkingen, wat Wolter uiteindelijk accepteerde.

Ridderschap

Het kasteel vanuit het noordwesten.
.

Toch waren de pogingen van de steden om te voorkomen dat Hoenlo werd versterkt tevergeefs! Het kasteel kwam later namelijk in handen van Wolters dochter en van haar man Hendrik van Laer (een dienstman van de bisschop van Utrecht) en onder Hendriks geslacht werd het kasteel uiteindelijk wel versterkt!

Hendrik van Laer overleed kort na 1457. Hij werd als kasteelheer opgevolgd door zijn zoon Johan van Laer. Van hem is bekend dat hij in 1492 lid was van de Ridderschap. En ook zijn kleinzoon, die net als hij Johan heette, verscheen van 1541 tot 1580 in de vergaderingen van de Ridderschap.

De pest op Hoenlo

Toen Johan van Laer rond 1580 overleed, was de tachtigjarige oorlog in volle gang en het leven op het platteland was weinig zeker. Zijn weduwe Mechteld van Langen verliet daarom het kasteel en vestigde zich in Munster.

Het kasteel vererfde vervolgens op Johans zoon Gerrit van Laer, maar deze overleed al in 1596. Alsof dat niet genoeg was, kregen zijn weduwe en vier van zijn kinderen de pest, waarna zij in 1603 allemaal stierven. Een van de kinderen bleef dit echter bespaard: een zoon, die net als zijn vader Gerrit heette. In 1604 werd hij met het kasteel beleend en vanaf 1610 was hij ook lid van de Ridderschap.

Hoenlo in 1732, vanuit het zuidwesten (voorzijde).
.

Gerrit van Laer liet het kasteel grondig verbouwen (wat die verbouwing precies inhield is niet helder). Rond 1624 overleed Gerrit al.

Verkoop

In 1636 was het kasteel in bezit van Gerrits kleinzoon Gerhard van Laer. Als rooms-katholiek verliet Gerhard de Ridderschap, omdat er in 1621 een nieuwe eis was gekomen die stelde dat leden van de Ridderschap ook leden moesten zijn van de gereformeerde kerk.

Gerhard overleed in 1664, waarna het kasteel vererfde op zijn gelijknamige zoon Gerhard. Deze woonde echter waarschijnlijk niet op Hoenlo, maar in een ander kasteel dat hij bezat: kasteel d'Erp. Maar de familie kreeg grote schulden, zodat kasteel d'Erp in 1690 moest worden verkocht. Daarna overleed Gerhard zonder kinderen na te laten en werd Hoenlo in 1696 uiteindelijk ook verkocht. Het geslacht Van Laer had het kasteel bijna drie eeuwen in zijn bezit gehad.

Nieuwe eigenaren en verbouwing

Groot-Hoenlo vanuit het zuiden (voorzijde).
Deze voorgevel kwam tot stand door de oorspronkelijke vooruitspringende zijvleugels met elkaar te verbinden, waardoor het één geheel werd.
.

De nieuwe eigenaar was Rutger van Haersolte, voormalig kolonel van een regiment infanterie en hofmeester bij de Friese stadhouder. Zijn familie hield het kasteel in bezit tot halverwege de 18de eeuw. Het kasteel was toen zo zwaar belast met schulden, dat de opbrengsten van het landgoed onvoldoende waren voor de familie om rente en aflossing te betalen. Uiteindelijk werd het kasteel in 1763 verkocht aan kapitein Gerbrand Johan Wyborgh.

De familie Wyborgh hield het kasteel niet lang in bezit. In 1802 werd het alweer verkocht aan Jhr. mr. Jan Teding van Berkhout, raadsheer bij het Hof van Holland. Eenmaal eigenaar geworden deed deze een verzoek om toegelaten te worden tot de Overijsselse adel, maar dit werd afgewezen omdat zijn familie niet voldeed aan de toelatingseisen.
Desondanks bleef de familie eigenaar en tussen 1893 en 1904 lieten zij het kasteel weer verbouwen, zodat Groot Hoenlo toen zijn huidige gedaante kreeg. Aan de voorkant werden de twee vooruitspringende zijvleugels verbonden door een middendeel, zodat de huidige voorgevel ontstond, en aan de achterkant van het kasteel verrees een hoge toren.

Door huwelijk vererfde het kasteel later op de familie Des Tombe.

Vandaag de dag

Kasteel Groot Hoenlo is tegenwoordig opgedeeld in een aantal appartementen. Het kasteel is dus bewoond en is daarom niet toegankelijk. Wandelen op het landgoed is ook niet toegestaan, maar de voorkant van het kasteel is goed te zien vanaf de weg.



Kasteel Groot Hoenlo

Diepenveenseweg 1

Olst



[Hoofdmenu]

Met dank aan Han Bijsterbosch ('t Olster Erfgoed) voor het beantwoorden van mijn vragen over de oudste geschiedenis van het kasteel.

Tekst: Mathieu Fannee

Geraadpleegde literatuur:

Gevers, A.J. & A.J. Mensema (1983). De havezaten in Salland en hun bewoners, Canaletto, Alphen aan den Rijn, p.239-247;

Hilferink, J.D. (2009). Geschiedenis van Olst. Historische vereniging 't Olster Erfgoed, drukkerij de Kroon Olst, p.73

http://www.kasteelonline.nl/Hoenlo.html;
http://www.kasteleninoverijssel.nl/pages/groothoenlo.htm;
http://www.kasteleninnederland.nl/kasteel398.php;

Illustraties:
(het kasteel in 1732) Cornelis Pronk, gevonden op http://www.kasteleninnederland.nl/foto1101.php;
(foto's van het kasteel) Mathieu Fannee;