Het kasteel van Coevorden – de voorzijde
.

Het kasteel van Coevorden

Het Kasteel van Coevorden is een ronde waterburcht, waarvan slechts het hoofdgebouw bewaard is gebleven. Het staat in Coevorden (Drenthe).

Dit kasteel staat bekend als “het enige kasteel van Drenthe”: in 1395 hadden de bisschop van Utrecht en enkele Sallandse steden in een verdrag bepaald dat de burcht van Coevorden de enige in Drenthe zou zijn, en zo is het gebleven!

De stichting van het kasteel

Over de stichting van het kasteel is weinig zeker. Mogelijk is het al gesticht in de tweede helft van de 11de eeuw. Waarschijnlijk was het kasteel toen een mottekasteel: een houten versterking op een kunstmatig opgeworpen heuvel, met daarnaast een voorburcht.

Het kasteel lag ten midden van uitgestrekte moerassige en dus onbegaanbare veengebieden. Het bewaakte een doorwaadbare plaats (“de Koe-voorde”) die deel uitmaakte van een belangrijke handelsweg tussen Groningen, Friesland en de Duitse gebieden. Bij het kasteel werd dan ook tol geheven.

De eerste heren van Coevorden

Maquette: Chris van Wieren

Het kasteel van Coevorden in de 15de eeuw;
de ringmuur is in 1552 afgebroken.
.

De oudst bekende kasteelheer was Frederik van Coevorden (vermeld in 1141). Hij was een kastelein van de bisschop van Utrecht.
De kasteelheer moest het gebied voor de bisschop besturen, maar door de grote afstand tot Utrecht en de gebrekkige communicatie, gingen de kasteelheren zich al gauw als zelfstandige heren gedragen.

In 1143 was het kasteel in handen van kastelein Rudolf van Coevorden. Omdat deze toen zijn ambtgenoot Egbert van Groningen overviel, werd hij door de bisschop van Utrecht afgezet. Daarna gaf de bisschop het kasteel aan zijn eigen broer Ludolf. Deze kreeg hierbij de erfelijke functie van 'burggraaf van Coevorden'.

De burggraaf hief bij het kasteel een hoge tolgeld, en dit was sommigen een doorn in het oog. Zo kwam in 1187 de graaf Otto van Bentheim het kasteel belegeren en veroverde het. Rudolf II van Coevorden en zijn broer Volker werden van hun rechten vervallen verklaard.
Drie jaar later probeerden Rudolf II en Volker hun erfelijke leen te heroveren, maar het kasteel bleef in het bezit van de graaf van Bentheim.

Uiteindelijk werd Rudolf in 1232 vermoord door volgelingen van de toenmalige bisschop van Utrecht Wilbrand. Het kasteel en de burggraaf-titel kwamen aan Rudolfs schoonzoon Hendrik van Borculo. De burggraven van Coevorden uit het geslacht Van Borculo zouden daarna hun macht onvermoeid proberen uit te breiden.

Het kasteel van Coevorden – de achterzijde,
met rechts de gevangen-toren.

Het stenen kasteel

In de 13de eeuw werd de houten versterking op de kasteelheuvel vervangen door een stenen toren. Sporen van deze toren (met een grondplan van 9 bij 9 meter) zijn in het muurwerk van de huidige ingangshal van het kasteel nog aanwijsbaar.

In de 14de eeuw wisten de burggraven van Coevorden alle rechtsmacht in Drenthe aan zich te trekken. Na 1371 voerden ze zelfs de titel van Heer van Coevorden en Drenthe.
Echter na 1393 kwam een einde aan de heerschappij van de burggraven van Coevorden. De nieuwe bisschop van Utrecht Frederik van Blankenheim eiste de rechtsmacht over Coevoerden en Drenthe terug. Maar de toenmalige burggraaf Reinoud IV van Coevorden wilde zijn machtspositie niet opgeven.

Hierop besloot de bisschop in 1395 het kasteel te belegeren. Na zes weken moest het kasteel zich overgeven. Reinoud van Coevoerden liet het kasteel aan de bisschop, maar weigerde nog steeds afstand te doen van zijn rechten.

De ingang van het kasteel.

Uiteindelijk deed Reinoud IV, de laatste heer van Coevorden, in 1402 definitief afstand van het kasteel en gaf zijn aanspraken op Drenthe op. Hierna benoemde de bisschop een niet-erfelijke vertegenwoordiger op het kasteel: de kastelein van Coevorden, drost van Drenthe.

Het ontstaan van het huidige kasteel

Het is zeer waarschijnlijk rond 1402 dat het hoofdgebouw van het kasteel zijn huidige vorm kreeg. Tegen het hoofdgebouw werd toen ook de gevangen-toren opgetrokken. Om het hoofdgebouw heen stond een ringmuur, geflankeerd met vier verdedigingstorens, waaronder de poorttoren (zie hierboven de foto van de maquette: het kasteel van Coevorden in de 15de eeuw).

In de 15de eeuw bleef het rustig in Coevorden, maar in de 16de eeuw laaide het geweld weer op. De macht van de Habsburgers (Karel V) in de Nederlanden nam steeds verder toe; en de hertog van Gelre probeerde deze machtsuitbreiding tegen te gaan door Gelre met geweld uit te breiden.

Onder de dreiging van een inval van Gelderse troepen liet de drost van Drenthe de verdedigingswerken in Coevorden versterken. Maar dit hielp niet: op 1 september 1522 werd Coevorden door de Geldersen veroverd.

Ondertussen bleef de macht van de Habsburgers groeien: in 1523 werd keizer Karel V door de Friezen als landsheer ingehuldigd en in 1536 liep ook Groningen over naar de Habsburgers. De situatie van de hertog van Gelre zag er zo steeds slechter uit.
Coevorden moest vroeg of laat ook vallen: in 1536 kwam een leger van Karel V het kasteel van Coevorden belegeren; na twee maanden moesten de Geldersen het kasteel opgeven.

De ontmanteling

In 1551 werd het aan Drenthe grenzende graafschap Lingen (in Duitsland) aan het Habsburgse Rijk toegevoegd. Hierdoor was Coevorden geen grensgebied meer en was het kasteel dus ook geen grensvesting meer; daarom besloot de keizer het kasteel en de vestingwerken te slechten. In 1560 stond alleen het huidige hoofdgebouw van het kasteel nog overeind, met zijn gevangen-toren (zie hiernaast) en zijn traptoren.

In de loop van de 18de en 19de eeuw werden uiteindelijk ook de traptoren en later de gevangen-toren afgebroken. Daarnaast werd de slotgracht gedempt.
Tenslotte werden de titels van kastelein van Coevorden en drost van Drenthe ook afgeschaft.

De overblijfselen van het kasteel, die ondertussen in verval waren geraakt, werden in onderdelen verkocht en onderverhuurd.

De restauratie

Voor en na de tweede wereldoorlog werden verschillende plannen gemaakt om het kasteel volledig af te breken, maar deze plannen vonden om verschillende redenen gelukkig steeds geen doorgang.

Uiteindelijk werd het kasteel (dat sinds 1938 weer eigendom van de gemeente was) tussen 1968 en 1974 gerestaureerd. Hierbij werden zowel de verdwenen gevangen-toren als de traptoren gereconstrueerd.

Vandaag de dag

Het kasteel van Coevorden is nu een hotel-restaurant.

Bij Vancouver (Canada) werd ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de stad een replica van het kasteel gebouwd. Vancouver is namelijk vernoemd naar de 18de-eeuwse ontdekkingsreiziger George Vancouver, van wie de familie uit Nederland kwam en oorspronkelijk 'Van Coevorden' heette. Klik hier om een foto van deze replica te zien.



Het kasteel van Coevorden

Kasteel 29

Coevorden


[Hoofdmenu]

Tekst: Mathieu Fannee

Geraadpleegde literatuur:

Kalkwiek, K.A. & Schellart, A.I.J.M. (red.) (1980). Atlas van de Nederlandse kastelen, A.W.Sijthoff's Uitgeversmaatschappij b.v., Alphen a/d Rijn, p.54-55;

Kleis, G. (2005). Geschiedenis van het kasteel te Coevorden; Van gewestelijk tot stedelijk bestuurscentrum 1046-1974. Gemeente Coevorden;

Illustraties:
(foto's van het kasteel) Mathieu Fannee;
(maquette) maquette van het kasteel gemaakt door Chris van Wieren, foto hiervan door Mathieu Fannee;