De Burcht van Leiden

De Burcht van Leiden is een mottekasteel. Het staat in het centrum van de stad Leiden (Zuid-Holland), op de plaats waar de Oude en Nieuwe Rijn samenkomen.

De Burcht bestaat uit een (tuf)stenen ringmuur met de gereconstrueerde ruïne van een toren. Oorspronkelijk moet er bij de Burcht ook een voorburcht hebben gelegen, maar hiervan zijn nergens resten gevonden.

De stichting van het kasteel

Wanneer de Burcht precies gesticht is, is onbekend. Ergens vóór het jaar 900 stond op de plek van de Burcht een kleine ringwalburg (een cirkelvormige aarden wal, mogelijk met een houten palissade) met een doorsnede van 65 meter.

Op een gegeven moment werd de ringwalburg opgevuld en geleidelijk opgehoogd waardoor een motte (heuvel) ontstond, waarop een houten versterking werd gebouwd. Rond het jaar 1000 was de motte al zeker 9 meter hoog.

Alewijn, burggraaf van Leiden, vermeld in 1083 en 1108

De Burcht en de graven van Holland

In de 11de eeuw stonden in Holland nog meer burchten, zoals die van Vlaardingen en van Rijnsburg. Vanuit deze burchten beheersten de graven van Holland rivieren die belangrijke verbindingswegen waren voor de handel, en oefenden hiermee invloed uit op de hele economie landinwaarts.
Dit irriteerde de bisschop van Utrecht en de Duitse keizer bijzonder. In 1047 kwamen keizerlijke troepen de burchten van Vlaardingen en van Rijnsburg dan ook verwoesten.

Vanaf dat moment werd de Burcht van Leiden belangrijker. Graaf Floris I van Holland liet er waarschijnlijk tol heffen bij passerende schepen. Ook liet de graaf op de Burcht munten slaan. Van deze munten zijn een aantal exemplaren uit omstreeks 1060 teruggevonden [meer weten].

Op een gegeven moment gaf de graaf van Holland de burcht in leen aan een burggraaf, die afkomstig was uit een oud adellijk Hollands geslacht (zie afbeelding hiernaast). De burggraaf werd een machtige heer die in Leiden bepaalde belastingen inde en tal van andere rechten bezat.

De Burcht : reconstructie van de oorspronkelijke toestand.

Herbouw in steen

Rond 1150 werd de houten versterking op de motte vervangen door de stenen ringmuur met kantelen. In die tijd stond tegen de achterkant van de ringmuur een zware toren. De Burcht was te bereiken via een brede brug vanuit de zuidelijke oever van de stad.

De Loonse successieoorlog

In 1203 is op de Burcht gevochten om het graafschap Holland. Graaf Dirk VII was net overleden, en nu wilden zowel zijn dochter Ada als zijn broer Willem hem opvolgen.

Omdat de Leidse burggraaf en de stad aan Willems kant stonden, kwam Ada met zwaarbewapende ridders en soldaten naar Leiden: het was voor Ada van het grootste belang dat het in Holland centraal gelegen Leiden zo snel mogelijk in haar handen kwam.

Het kwam tot een belegering van de Burcht door de troepen van Ada. De aanhangers van Willem die in de Burcht zaten, werden bestookt door de blijden (katapulten) van Ada's leger. Maar de aanhangers van Willem kregen versterking van buitenaf en Ada en haar leger werden op hun beurt belegerd. Ada werd gevangen genomen en afgevoerd naar Texel.

De man van Ada, Lodewijk van Loon, zon op wraak en verscheen in 1204 met een troepenmacht bij de Burcht. De aanhangers van Willem, die zich in de Burcht hadden verschanst, werden door het Loonse leger naar de brug verdreven en van beiden kanten aangevallen. Onder het gewicht van de soldaten is de brug toen bezweken: een groot aantal aanhangers van Willem verdronk in de Rijn.

Lodewijn van Loon behaalde de overwinning en later werd Ada vrijgelaten. Toch kwamen het graafschap Holland, Leiden en de Burcht snel weer in Willems handen. Hoe dat komt, is niet geheel duidelijk.

De Burcht was na al die belegeringen ernstig beschadigd. In de 13de eeuw werd de ringmuur dan ook hersteld, of misschien zelfs geheel herbouwd. [meer weten]

De Burcht en de stad Leiden

Rond het midden van de 13de eeuw nam de macht van de burggraaf van Leiden aanzienlijk toe: hij verkreeg het recht om de schout en de schepenen te benoemen, waardoor hij ervoor kon zorgen dat het stadsbestuur zijn belangen ging dienen. Ondertussen begon de stad om de Burcht heen te groeien: tegen het begin van de 14de eeuw had de Burcht zijn militaire functie definitief verloren.

In de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten (midden 14de eeuw-eind 15de eeuw), in 1419, stonden de stad Leiden en de burggraaf Filips van Wassenaar aan de kant van de Hoeken, die Jacoba van Beieren steunden. De vijandige oom van Jacoba - Jan van Beieren - kwam in 1420 met een Kabeljauws leger de stad belegeren, die na twee maanden moest capituleren. Filips van Wassenaar werd gevangen genomen. In 1421 werd de zoon van Filips beleend met het burggraafschap, maar het recht om de schout en de schepenen te benoemen was daarvan voorgoed uitgezonderd: de macht van de burggraven was voorbij.

In de 17de eeuw was de Burcht nog steeds het leengoed van de burggraven. Toen de laatste burggraaf Claude-Lamoral de Ligne in 1650 bij een slag gevangen werd genomen, toonde hij zich bereid om de Burcht met de bijbehorende rechten te verkopen om het losgeld te kunnen betalen dat geëist werd voor zijn vrijlating. In 1651 kocht het Leidse stadsbestuur de Burcht.

En daarna

Nu de stad Leiden eigenaresse was geworden, werd de Burcht een bezienswaardigheid die tegen betaling te bezichtigen was. Het is toen (in 1653) dat de huidige toegangspoort in de ringmuur werd aangebracht, op de plek waar vroeger de toren had gestaan.

In de 19de en 20ste eeuw is de Burcht een aantal keer gerestaureerd.

Vandaag de dag

De Burcht van Leiden is vrij toegankelijk.





De Leidse Burcht

Burgsteeg 14

Leiden


[Hoofdmenu]

Tekst: Mathieu Fannee

Geraadpleegde literatuur:

Ende, H. van den, et al. (2007). Dwars door de stad, archeologische en bouwhistorische ontdekkingen in Leiden, Primavera Pers, Dienst Bouwen en Wonen van de Gemeente Leiden, p.28-29;

Marsilje, J.W. (red.) (2002). Leiden, de geschiedenis van een Hollandse stad tot 1574, Stichting Geschiedschrijving Leiden, p.68-69, p.73;

Reijen, Paul E. van (1976). Middeleeuwse kastelen in Nederland, Unieboek b.v., Bussum. (3de herziene druk), p.24-28;

Renaud, Prof.dr. J.G.N. (1982). De Leidse Burcht. Deel XX uit de serie 'Nederlandse Kastelen' (2de herziene druk), Nederlandse Kastelenstichting, ANWB, p3-30;

Stöver, Jos et al (2000). Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland, Walburg Pers, Zutphen, p.138-139;

Vlist, Ed van der (2001). De Burcht van Leiden, Leidse Historische Reeks nr 14, Primavera Pers, Leiden, p.17-18, p.24-27, p.29-31, p.35-51, p.58-59, p.61, p.80-87;

Illustraties:
(foto's van het kasteel) Mathieu Fannee;
(afbeelding Alewijn) uit bovengenoemd boek van Ed van der Vlist, p.28 (Tekening door Dirk Woutersz. van Katwijk. Den Haag, Algemeen Rijksarchief, Familiearchief Van Wassenaar-Duivenvoorde, inv.nr.3, f.27.);
(reconstructie van de Burcht) Phons Schellart / Nederlandse Kastelenstichting, gevonden op http://kastelenbeeldbank.nl/Zuid-Holland/LeidseBurcht-Leiden/index.htm;